Willem van Dam | beeldend Kunstenaar
  intro     fig. 1
             
    Hoe de constructie van de onmogelijke driebalk tot stand kwam:
De onderbalk met een vierkante doorsnede ligt op één ribbe (hoek) en is op het horizontale vlak gebogen. Eerst een kwart cirkel naar links en dan een kwart naar rechts, zodat de uiteinden toch evenwijdig t.o.v. elkaar uitkomen. Kijk je op afstand en op de zelfde hoogte er tegen aan, dan lijkt de balk recht.
De zijbalken zijn identiek en worden met een open pen-en-gat verbinding verbonden. Het was een ingeving voortkomend uit een meetkundig inzicht en jarenlange ervaring in de jachtenbouw (zie fig. 1 en 2).

De drie delen zijn met behulp van een smalle lintzaag uit zware vierkanten balkstukken gezaagd (zie fig. 3).
Werkbeschrijving bij fig. 3: Een balkstuk aan twee kanten zo aftekenen (stippellijn). Met de lintzaag deel A uitzagen, daarna de afgezaagde delen weer aanspijkeren. Dan het blok kantelen en figuur B eruitzagen. Na afneming van de reststukken blijft er een tweezijdig gebogen vierkante lat over, die vanuit het getekende kijkpunt volkomen recht lijkt. Drie van zulke delen zijn met een open pen en gat verbinding tot de onmogelijke driebak te koppelen.

De constructies van grote driebalken zijn op andere wijze gemaakt.
Veel vierkante dwarsschotjes werdenop een gebogen rij vastgezet, daarna werd de rij aan alle vier de kanten met
dun buigzaam triplex bekleed, gelijmd en afgewerkt (zie fig. 4, 5 en 6).
Varianten op de driebalk zijn de vijfbalk (Magisch Pentakel) en de dubbele driebalk, de Davidster (zie fig. 7, 8, 9 en 10).
    fig. 2
           
        fig. 3
           
        fig. 4
             
fig. 5       fig. 6
             
fig. 7      

fig. 8
Deze Davidster
is niet van
hout maar van keramiek
(50 cm).

             
fig. 9       fig. 10
             
    © Willem van Dam